donderdag 25 oktober 2007

Openheid kosten koninklijk huis hoort in democratie

Peter Rehwinkel mag dan wel behalve burgemeester van Naarden ook staatsgeleerde zijn, maar als hij het over de staatsbegroting en de kosten van het koninklijk huis heeft, slaat hij de plank mis. Steeds weer blijken namelijk bepaalde kosten niet als kosten van het koninklijk huis op de begroting te staan. En als ze wel als zodanig vermeld staan is het nog lang niet duidelijk wat er allemaal ondervalt en hoe het verdeeld is over de ministeries. Dit laatste vindt overigens ook Rehwinkel. Deze zegt ook dat daarin verandering moet komen. Dat ben ik roerend met hem eens. Koningin Beatrix is –op totalitaire regimes na en ongeacht de grootte van het land, veruit ’s werelds best betaalde staatshoofd. Zeker als je ook de fiscale voordelen die ze heeft daarbij betrekt. Dat het koninklijk huis anderzijds geld in het laatje zou brengen, is nog nimmer aangetoond. Laat degene die dat steeds maar weer stellen dat nu eindelijk maar eens hard maken. Verder: de grote stijging van de kosten van het koninklijk huis met 36 procent wordt veelal vergoelijkend toegeschreven aan de verbouwing van het paleis op de Dam. Dit zonder daarbij de vraag te stellen waarom zo nodig nog over dit paleis moet worden beschikt? Bieden Noordeinde, het Oude Loo en Huis ten Bosch niet genoeg onderkomen voor de Koninklijke gasten ? In de praktijk blijken dezen notabene een voorkeur te hebben voor het Okura- en het Amstelhotel.
Mensen, tot slot, en dat moet eindelijk ook maar eens duidelijk worden gezegd, die bij alles wat het koninklijk huis aangaat in katzwijm vallen en die zaken als openheid en het bedrag wat het koninklijk huis ons kost afdoen met een simpel “and so what ?” dienen niet de democratie.

Geen opmerkingen: